afb. Onbekend
Aan de noordzijde op de eerste boog was een beer geplaatst die met de snuit in een omgekeerde bijenkorf steekt. Ondanks dat het beeld sterk is verweerd, is het nog goed herkenbaar (N-I.1).87 De snoepende beer stond voor gulzigheid, maar de beer symboliseerde ook wreedheid en slechte invloed. Wetende dat de bijenkorf een symbool was van vlijt en arbeid, de bijen van nijverheid en ordelijkheid, en de honing van puurheid dan wordt met dit in eerste instantie grappig ogende beeldje met allerlei Christelijke deugden gespot. Zeker ook wanneer de honing in de betekenis van al het goede werk van God en Christus wordt gezien. | 370 |
Noten | |
87. | N-I.1, bouwloods i-186; BK-NM-1273. |
1989 |
A.M. KoldeweijDe expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogusDe Bouwloods ('s-Hertogenbosch 1989) 64, 66 |
Ronald Glaudemans, De Sint-Jan te 's-Hertogenbosch : Bouwgeschiedenis en bouwsculptuur 1250-1550 (2017) 370
A.M. Koldeweij, 'De expositie in de Bouwloods, verantwoording en catalogus' in: De Bouwloods (1989) 64, 66, 72, 73
Jan Mosmans, De St Janskerk te 's-Hertogenbosch (1931) 306 (afb. 205 nr. IX)
C. Peeters, De Sint Janskathedraal te 's-Hertogenbosch (1985) 257 nr. N-I-1